Buffer

Wie kent ze nog? De mysterieuze mannen in bivakmutsen die met brutale punkmuziek er de grootste lol in hadden om zoveel mogelijk mensen op de tenen te trappen? Ze zijn terug met een nieuw album, getiteld “Tiny Little Dots”. Zanger Gene (zijn echte naam is Doug Van Pelt, ook bekend als uitgever van de magazines HM en Heaven’s Metal) geeft graag uitleg.

Hoe lang is het geleden dat we iets van Lust Control hebben gehoord?

Gene: Eens kijken. We hebben “We are not ashamed” uitgebracht in 1992. Daarna hebben we een demo uitgebracht op cassette genaamd “Feminazi” in ’94 en daarmee deden we wat optredens. We gingen toen uit elkaar, maar bleven wel bevriend. We wonen hier allemaal in de omgeving van Austin, Texas en we kwamen weer bij elkaar in 2010 om te oefenen voor een reünie optreden op het Cornerstone festival in 2011. Toen we weer bij elkaar kwamen, vonden we het tijd worden om het nummer “Finger”, dat we in 1994 al hadden geschreven, op te nemen. Dat nummer ging zo lekker, dat we erover begonnen te denken om een EP uit te brengen en later werd dat een compleet album. Meerdere platenmaatschappijen hadden interesse om het album uit te brengen. Om een lang verhaal kort te maken, we zijn weer aan het optreden sinds 2011.

 

Hoe zijn jullie weer bij elkaar gekomen?

Gene: We zijn door de jaren heen altijd vrienden gebleven en soms gingen we met elkaar uit. We hadden er zin in, gewoon voor de lol eigenlijk. We hebben in 1999 ook nog een reünie optreden gedaan en er kwam toen ook een album uit bij M8 Records, genaamd “The Worst of Lust Control”. Maar verder waren we al sinds 1994 niet meer als band actief geweest. Het was zo’n beetje mijn idee, ik belde de andere bandleden op om te vragen of ze zin hadden om weer bij elkaar te komen voor het reünie optreden op Cornerstone. We vonden het leuk om bij elkaar te zijn en nu hadden we een leuke reden om meer tijd met elkaar door te brengen.

 

Is de line-up van de band nog steeds hetzelfde?

Gene: Ja, maar dan wel met de tweede line-up. Toen we begonnen in 1988, deden we dat alleen maar voor de lol. We hebben toen een album op cassette uitgebracht, getiteld “This is a Condom Nation”. We hadden Paul Q-Pek en Philip Owens, die destijds de gitarist en de drummer waren van de band One Bad Pig. Verder hadden we nog Maury Millican, de voorganger van onze kerk, als bassist. Ik deed de zang. Zij zijn allemaal gevestigde muzikanten en ik ben maar een gewone kerel die bereid was om op het podium te klimmen en een beetje te schreeuwen. We besloten om een cassette uit te brengen in de christelijke underground om te zien wat er zou gebeuren. Twee van de bandleden waren al actief in One Bad Pig en de andere was al bekend in de kerk, dus we besloten om het anoniem te doen en de muziek voor zich te laten spreken. We gebruikten daarom onze tweede voornamen als identiteit van de bandleden. Wonder boven wonder werd die tape opgemerkt door het publiek. We hadden best wel wat controverse, bijvoorbeeld in het nummer “The Big M” (dit gaat over masturbatie, red.) en de titel van het album bevatte het woord “condom” en dat riep best wel wat controverse op. Veel mensen vonden het grappig en daarom deden we in 1989 nog een cassette genaamd “Dancing Naked” en we speelden dat jaar ook op Cornerstone. Dat is op zich al een grappig verhaal. We hadden de band immers voor de grap opgericht en toch kregen we een optreden aangeboden op Cornerstone. Toen we voor het eerst optraden, wilden we graag anoniem blijven en dus deden we bivakmutsen op.

De andere drie bandleden waren contractueel verplicht om bij hun band te blijven en ze mochten niet in een andere band spelen. Daarom moesten ze de band verlaten. Onze bassist Maury zat in het bestuur van de kerk en voor hem was de band niet meer dan een lolletje. Hij was vanaf het begin al niet van plan om serieus met de band verder te gaan. Ik kreeg wat aanbiedingen van platenmaatschappijen, dus besloot ik om ermee door te gaan. Daarom heb ik toen een heel nieuwe band samengesteld. Dat waren Mitch (die zichzelf Bradford noemt), John (noemt zichzelf Butch) en een drummer genaamd Dan Poole (Matt). Met die band namen we de cd “We are not ashamed” op in 1991/92. We hadden een deal met een studio genaamd Rivendell. Zij hebben ook opnames gedaan voor o.a. Arkangel, Wayne Watson, Galactic Cowboys en een album van Petra. Het was best wel een grote en moderne studio in Houston.  We hebben eerst de helft van het album opgenomen en dat hebben we als demo gebruikt om een distributiedeal te krijgen. Op die manier werden de opnames opgesplitst en duurde het meer dan een jaar om alles op te nemen. Halverwege de opnames had onze drummer Dan er geen zin meer in, hij wilde helemaal stoppen met muziek maken. Hij zocht zelf zijn vervanger uit, dat werd Phil Borrero, die een drum-leerling van hem was. Er staat op de nieuwe cd een nummer getiteld “When Dan was in the band”, dat gaat over de relatie met hem. Phil kwam dus bij de band in 1992 en nam de rest van de cd met ons op. Die line-up is de huidige. Deze line-up is dus al sinds 1992 hetzelfde gebleven.

 

 Je vertelde iets over bivakmutsen. Waarom deden jullie die op?

Gene: De eerste twee demo’s waren anoniem opgenomen. We gebruikten schuilnamen, mijn naam was Gene (dit is mijn tweede voornaam). Mensen vroegen zich af wie wij precies waren. Ze vroegen of we de bandleden van One Bad Pig waren. Het was leuk om te zien dat ons idee om de muziek voor zich te laten spreken ook echt leek te werken. Omdat onze identiteiten geheim bleven, hadden we een leuke gimmick voor de band en dat wekte de nieuwsgierigheid van de mensen. Dat hielp om wat bekendheid te krijgen.

Ons eerste optreden op Cornerstone 1989 was best een grappig verhaal. We besloten om bivakmutsen op te doen. We hoorden toen geruchten dat er mensen waren die het podium op zouden klimmen om onze bivakmutsen af te trekken om te zien wie we waren. Daarom deden we duct tape om onze mutsen heen, zodat niemand ze eraf kon trekken. Ook hadden we beveiliging om het podium heen en lieten niemand toe in de backstage ruimte. Glenn Kaiser zat daar heel vaak om de nieuwe bands te leren kennen. Onze beveliging werd verteld om niemand binnen te laten. We keken door een spleet van de deur en giechelden toen hij Glenn Kaiser eruit gooide.

Er was daar een soort talentenjacht voor nieuwe bands. Elk jaar pikten ze er zo’n 12 tot 16 nieuwe bands uit om op Cornerstone op te treden, 4 bands per dag voor 4 dagen. De winnaar kreeg een opname-contract, de tweede plaats was studio-tijd en de derde kreeg een dure synthesizer. Het weekend daarvoor vlogen ze wat belangrijke mensen binnen vanuit Chicago om naar de demo’s te luisteren, waarvan 16 bands werden uitgekozen om op te treden. Dat weekend ging voorbij en ik werd niet gebeld, dus ik belde een vriend die daarbij betrokken was en vroeg wat er was besloten. Hij zei dat we al een platencontract hadden, dus wij waren uitgesloten van deelname. Ik zei wacht eens even, we hebben wel een aanbod gekregen, maar dat was een vreselijk slechte deal, die ga ik echt niet ondertekenen! We zijn dus wel degelijk beschikbaar. Hij zei ok, ik ga wel even wat belletjes plegen. Ze belden toen een andere band op, die al te horen hadden gekregen dat ze op Cornerstone mochten spelen en zeiden doodleuk: sorry, er is een fout gemaakt, jullie mogen niet optreden. Toen belden ze ons om te zeggen dat wij wel mochten. Ik vond dat ongelooflijk. We hebben dit verhaal ook nog nooit verteld. Het was mijn allereerste optreden (op mijn schoolmusical na) met een publiek van zo’n 1000 mensen. Dat was dan ook meteen ons grootste publiek, daarna hebben we nooit weer voor zoveel mensen gespeeld.

 

Jullie hebben een nieuw album gemaakt. Hoe kwam dat precies?

Gene: Zoals ik zei hadden we dus eerst het nummer “Finger” opgenomen, wat later een EP werd en uiteindelijk een heel album. Naast “Finger” hebben we 12 nieuwe nummers geschreven. De titelsong heet “Tiny Little Dots”. Ik schreef deze tekst over de illusie van pornografie en sommige foto’s. Een foto bestaat uit vele kleine pixels of puntjes, een magazine heeft 300 punten per inch en een computerscherm 72. Het beeld dat je ziet, ziet er echt uit maar eigenlijk is het opgebouwd uit hele kleine puntjes. Dat is hoe ik de illusie zie van porno en fotografie. Het nummer gaat over een kerel die verliefd is op een mysterieuze dame die op een pagina van een magazine staat. Ik kan je nog wel veel meer vertellen over de andere nummers, maar nu heb je even een begin.

 

Is het album al uitgekomen?

Gene: Ja, het is half november digitaal uitgekomen als download en de cd begin december.

 

Is hij overal verkrijgbaar? En is hij op een christelijk label uitgekomen?

Gene: Hij is uitgekomen bij een christelijk label en we hebben een distributiedeal. Ik weet niet waar de cd in de schappen ligt, maar hij is waarschijnlijk bij elke winkel wel te bestellen. Het distributiebedrijf is niet zo groot dat ze veel vertegenwoordigers hebben die de hele wereld over reizen om de nieuwe cd van Lust Control aan alle winkeliers aan te bieden met een bestellijst, zoals de grote labels wel hebben. Mensen moeten er echt even om zoeken en hem bestellen. Hij staat tenminste wel op Amazon, CDBaby en op iTunes.

 

Gaan jullie ook touren met dit nieuwe album?

Gene: We willen natuurlijk wel optreden. We hebben het afgelopen jaar drie optredens gedaan. Op Valentijnsdag komt het album uit op vinyl en dan gaan we een paar presentatie optredens doen. Voor de rest denk ik niet dat er veel van komt, want we hebben allemaal fulltime banen. We gaan natuurlijk niet onze banen opzeggen om verder te gaan in de muziek, maar we willen wel elke uitnodiging aannemen om overal te kunnen spelen.

 

Jullie songteksten zijn altijd heel radicaal geweest. Je had het over bijv. het nummer “The big M” en de titel “This is a Condom Nation”. Deden jullie dat voor de lol, of om op tenen te trappen?

Gene: Dat ging eigenlijk vanzelf. We hadden de band eigenlijk “Talking ass” willen noemen. De titel van onze eerste demo had dan “Stop hitting me” moeten zijn. Dat is wat de ezel van Bileam zei toen die hem sloeg. Iemand van onze kerk vond dat echt niet kunnen, ook omdat onze bassist Maury voorganger was. Ik vond dat hij wel een beetje gelijk had en ging kijken naar songteksten. Ik kwam een nummer tegen met de tekst “I’m mad at the girls, I’m mad at myself, I want to control my lust, but my mind I cannot trust” en daar heb ik de naam Lust Control uit gehaald.

Paul Q-Pek was een nummer aan het schrijven over masturbatie en voordat hij met een tekst kon komen, had ik er al eentje klaar. Ik weet niet wat hij ervan had gemaakt, maar wat ik geschreven had werd het uiteindelijke nummer. Dat was dus controversieel, net als “Mad at the girls”. Het was niet kwetsend bedoeld, het ontwikkelde zich gewoon. Het werd controversieel en daarom was het makkelijk om daarmee door te gaan. We vonden een gat dat wij opvulden, dat eigenlijk niemand deed, vooral niet in de christelijke muziek. We hadden het over sexualiteit vanuit een bijbels perspectief en dat werd zo’n beetje de kern van onze teksten. Met het nieuwe album “Tiny Little Dots” hebben we daar niet zozeer voor gekozen, we waren niet van plan om een album over sexualiteit te maken. We schreven gewoon nummers over wat ons bezig hield. Er is bijv. een nummer getiteld “G.D.P.”, dat betekent “Grandpa’s Dangerous Prayer”. Dat gaat over iemand waar we veel van geleerd hebben. Hij bidt elke dag een gebed dat gaat van: “God, wat gaat u vandaag doen en hoe kan ik daar aan meewerken?”. Dat vind ik best een gevaarlijk gebed, want je geeft jezelf eigenlijk op als vrijwilliger en je weet niet waarvoor. De meeste mensen vragen God om ze niet in te zetten voor dingen die ze niet willen doen of waar ze zich niet lekker bij voelen. Dat nummer ging over mij en mijn gezin, het is een voorbeeld van kunst die van binnen komt. Ik had geen doel voor ogen toen ik dat nummer schreef, het ging eigenlijk vanzelf. Onze gitarist Mitch had een nummer willen schrijven met de titel “There go I” (zo van: hier ga ik in de genade van God) en voordat hij een tekst kon schrijven, was ik hem voor (net als met “The Big M”). Het nummer “Tiny Little Dots” gaat over porno, wat dus wel echt klassieke Lust Control is. Het nummer “Finger” gaat ook over sexualiteit, want het zegt “get your hands out of her pants”, we duwen een vinger in iemand’s gezicht, bijna beschuldigend. Maar er zijn ook wat luchtigere momenten, zoals “Fire Ants” en “Meat”, dat gaat over het visioen van Petrus waarbij er een kleed uit de hemel kwam met allerlei dieren erop en God zei “slacht en eet”. We zeggen daarmee dat wij volgelingen zijn van Petrus en graag vlees eten. Dan heb je nog “Dear John”, deze tekst komt van het antwoordapparaat van onze bassist John Wilson. Hij liet me een bericht horen op zijn telefoon, waarin werd gezegd: “John, je hoeft me niet terug te bellen, ik zal het je heel makkelijk maken: je hoeft me nooit meer te bellen, zeker niet om 23.53 uur. Maak nooit meer misbruik van de auto van mijn vrouw, of van haar goedheid. Praat nooit meer tegen haar op je werk, of anders wordt het de volgende keer geen belletje, maar een persoonlijk bezoekje. Ik dreig niet. Tot ziens. Klik.”. Ik vond het wel leuk om die tekst te gaan schreeuwen op een snelle beat. Dan is er nog het nummer “Faith don’t fail me now”, dat is één van de belangrijkste nummers op het album. Hopelijk kunnen we daarmee de pret even onderbreken om indruk te maken op de mensen. Het gaat over een kind dat ziek wordt, waardoor het de 20 niet zal halen. Het drukt de pure emotie uit die door de vader heen gaat. Dat was voor mij belangrijk, om te laten zien dat je dat soort wanhopige gebeden best mag bidden. Ik heb zelf geen ziek kind, maar ben in 2013 wel gescheiden. Ik probeerde de emotie daarvan om te zetten in een songtekst. We hebben het nummer een keer live gespeeld en dat gaan we vaker doen. Ik probeer daarmee de emotie, de frustratie en de wanhoop te uiten van iemand die in zo’n situatie zit. Het wordt wel een beetje improviseren, want op het laatst wordt het wel erg emotioneel en zingen we met z’n allen “Faith don’t fail me now” en dat eindigt in een grote kakofonie van emotie.  Dan hebben we nog het nummer “Sheepeater”, dat geschreven is door de vriendin van de bassist. Dat gaat over ervaringen met pastoraal leiderschap. Onze eerste single is “Make money and die”, dat heeft Paul Q-Pek geschreven. We zijn blij dat hij weer even meedeed.

 

Bedankt voor dit interview. Heb je nog iets te zeggen tegen de Nederlanders?

Gene: Ik heb zelf Nederlandse voorouders, mijn achternaam is Van Pelt. Er waren drie gebroeders Van Pelt die vanuit Nederland naar Amerika zijn gegaan in de 17de eeuw. Eentje is in New York gebleven, waar iedereen arriveerde. Een andere is naar Kansas gegaan en weer eentje naar Texas. Ik kom uit de Kansas clan. Aan alle lezers wil ik dus zeggen dat we op één of andere manier allemaal familie zijn. Hallo familie! We willen graag bij jullie komen spelen. Dus als je een concert organisator kent (bijv. van Legends of Rock), neem dan contact met ons op. We zouden graag in Duitsland willen spelen, of eigenlijk wel overal in Europa.

Over de auteur

Al sinds mijn veertiende luister ik graag naar christelijke metal. Dat begon met Stryper en daarna ben ik heel actief op zoek gegaan naar meer white metalbands. Ik vind het heerlijk om contact met ze te hebben en nieuws over deze bands te verzamelen. En daarmee help ik ook om het goede nieuws over Jezus te verspreiden!

Gerelateerde berichten

Laat een antwoord achter

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.